Saturday, March 26, 2016

Femaliens

Weer staan we vroeg op, nog voor zonsopkomst. Als iedereen een beetje wakker en terug van de toiletten is vraagt Leigh wie er naar de top van de heuvel wil om de zonsopkomst te zien. Met een aantal stappen we in het busje en worden aan de voet van de heuvel gedropt en we zijn net op tijd naar boven geklommen voor de zoveelste schitterende zonsopkomst deze week.
Na het ontbijt met Vegimite on toast rijden we naar Karlu Karlu; the devils marbles. In het vlakke landschap liggen de rotsen erbij alsof er een gigantische geit heeft staan keutelen: sommige zijn keurig rond en opzichzelfstaand en anderen zijn aan elkaar geplakt, op een grote hoop.
De rest van de dag is vooral rijden, met een paar kleine stops, wat gezien de hitte niet eens zo heel erg is. De eerste stop is in Wycliffe Well, het UFO centrum van Australië. Een beetje onzin natuurlijk, maar ze hebben de boel leuk aangekleed met filmprops, muurschilderingen en de bordjes bij de toiletten; maliens en femaliens.
De volgende stop is bij een oud telegraafstation. Indrukwekkend om te zien hoe men in de middle of nowhere, met 3 man, 24 uur per dag de telegraaf bemanden en zo de duur van het overbrengen van een bericht van Australië naar Engeland terugbrachten van 2 maanden naar 6 uur.
De laatste stop is bij een pub, vergelijkbaar met die in Daly Waters, maar dan iets minder druk en een iets getiktere eigenaar. Van iedereen van onze groep die binnenkomt vraagt hij waar we vandaan komen om vervolgens alle memorabilia uit het betreffende land aan te wijzen. Wel een beetje een tegenvaller dat er Feijenoord en Ajax dingen hangen, zelfs iets van Groningen, maar niets van PSV.
In Alice Springs aangekomen eten we met bijna de hele groep iets in het meest ongezellige restaurant van Alice Springs, waar me met moeite nog een pizza kunnen bestellen....
Ik ben blij dat we op tijd teruggaan, want ik moet m'n kleren nog wassen voordat we morgen om 6 uur weer vertrekken voor de volgende etappe van de toer.

Friday, March 25, 2016

Touch the frog

Als ik in het donker naar het gebouw met de douches loop zie ik ineens twee oogjes oplichten in het schijnsel van m'n zaklamp. Een wallaby. En later als ik terugloop zie ik er nog 4. Zo wordt het vroege opstaan wat verzacht.
Vandaag is vooral veel rijden, maar er stoppen eerst even bij de Mataranka hotsprings. Het water is niet echt heel verfrissend, maar wel helder, ware het niet voor de groep Chinezen die in deze schitterende beek met een bal aan het spelen zijn en rondspartelen waardoor het zand van de bodem loskomt en het het water troebel maakt. Dus de schoonheid onder water valt een beetje tegen, maar boven water is het schitterend.
Hierna gaan we weer voor een poos de bus in naar de bekende Daly Waters pub voor een bbq lunch aan het zwembad. Het is Goede Vrijdag, een nationale feestdag, en het lijkt wel of iedereen uit een straal van een kilometer of 100 naar Daly Waters is gekomen voor het lange weekend. Het is een bepaald slag mensen dat hier op de camping is neergestreken; cowboyhoeden, hemden of geruite overhemden met de mouwen er afgeknipt. Australische rednecks zeg maar; bogans. Dus doopt Leigh de bougainville voor de pub om tot een boganville. 
Na de lunch is het weer de bus in naar de volgende camping op een cattle station. Als we na het eten rond het kampvuur zitten komt Leigh aanlopen met een groene kikker van een centimeter 10 in z'n handen. "Wie wil 'm vasthouden?" Na een slang om m'n nek moet een kikker op m'n hand ook wel kunnen dus ga ik even m'n handen wassen en dan zet Leigh het beest op m'n hand. Op een vreemde manier voelt zijn huid warm en koud tegelijk en zijn tenen fragiel maar toch sterk. Hij blijft vrij stil zitten op m'n hand tot ik die een beetje naar beneden doe, dan klimt hij m'n arm omhoog tot aan m'n elleboog. I touched the frog!!!
Verder zijn er weinig geïnteresseerden om m vast te houden dus gaat de kikker weer terug naar waar Leigh 'm gevonden had; de spoelbak van de wc.

Thursday, March 24, 2016

Free for evermore

Bijna de helft van onze reisgroep is vandaag afgehaakt en in plaats daarvan voegen een Iers stel en een Hongaarse zich bij onze groep. De eerste stop die we maken is bij een oorlogsbegraafplaats. Leigh zei ons vooral op de leeftijden te letten. Maar die zijn eigenlijk niet anders dan op iedere andere oorlogsbegraafplaats. De meesten tussen de 18 en de 28. De leeftijd van de gemiddelde backpacker zeg maar... Om een of andere reden doet het me meer hier rond te lopen dan eerdere begraafplaatsen. Misschien komt het door de recente aanslagen in Brussel. Maar vooral de tekst "His gift that we be free for evermore, so mote it be." komt aan.
Hierna rijden we door naar Pine Creek, een van de eerste goudmijnen en nu een groot meer.
Daarna gaan we naar Nitmiluk gorge, waar we een boot nemen naar wederom een waterval met zwemgelegenheid. Helaas is de verhouding boottocht - zwemtijd niet geweldig als je geen zin hebt om te zwemmen, maar meer van de omgeving wil zien. Gelukkig vaart de schipper op de weg terug wat langzamer en vertelt hij wat over de bomen en beesten.
Als de boot aangemeerd heeft lopen we door bomen vól met grote zwarte vleermuizen naar het bezoekerscentrum. De beesten hebben het ook warm want ze wapperen constant met hun vleugels om een beetje af te koelen. Omdat Tom de tocht naar de waterval liever wilde lopen dan met de boot doen en het bezoekerscentrum om 5 uur sluit moeten we een flinke poos buiten wachten, maar als je daarbij wordt vergezeld door een wallaby met joey in de buidel kom je de tijd wel door.
We stoppen op weg naar de camping bij Springvale nog even in Kathrine voor de laatste boodschappen.

Wednesday, March 23, 2016

Pony bij het ontbijt

De wanden van de tentjes/hutjes waar we slapen zijn ook hier gemaakt van gaas waardoor je als je wakker wordt met een beetje geluk aangestaard wordt door een wallaby. Dat is al een bijzondere ervaring, maar de ontbijtzaal binnenlopen en een pony aan tafel vinden is ook redelijk bizar. We voeren hem wat kool van de salade van gisteren en verder blijft hij op z'n gemakje met z'n kont bij de ventilatoren staan.
Even later steekt ook een paard z'n hoofd binnen op zoek naar wat eten.

Als we alles opgeruimd hebben en alle beesten naar buiten hebben gejaagd rijden we een klein stukje naar een veld met wat termietenheuvels. De grootste is een meter of 5 à 6 hoog. Onbegrijpelijk dat zo'n klein beestje zo'n bouwwerk kan maken.
Dan is het tijd voor de volgende zwemexpeditie. Gelukkig is deze een stuk toegankelijker dan die van gisteren; nog geen 100 meter lopen vanaf de parkeerplek is een brede beek met redelijk snel stromend water en wat stroomversnellingen en watervalletjes. Een uit de hand gelopen waterfeature in een vijver, maar dan veel groter. Ik hang samen met Marie wat rond in een van de laagste pools, waar je een mooi uitzicht hebt op de rest van de beek.

De lunch is hamburgers van de barbie op de lunchplek bij een mooie waterval daarna gaan we door naar de volgende waterval met zwemgelegenheid. Je moet er 140 traptreden voor naarbeneden, maar dan is er een redelijk meertje, aan 3 kanten omgeven door hoge, steile rotsen, en aan de vierde kant loopt het meer over in een beekje.
Ik laat m'n gedachten een beetje gaan over wat er nog allemaal op het programma staat en herinner me dat Leigh gisteren iets had gezegd over dat we vandaag slangen zouden zien. Als ik het 'm vraag zegt hij dat we inderdaad nog ergens heen gaan waar we slangen gaan zien. We gaan de 140 treden weer omhoog en stappen in de bus om even later te stoppen voor een ijsje. Ik kies het ijsje met de leukste naam; Golden Gaytime. We zitten allemaal buiten in een race tegen de klok, bij bijna 40 graden, ons ijsje te eten als Leigh ineens naar buiten komt met een childrens python en die, zonder het me te vragen of me ook maar tijd te geven om te protesteren, om mijn nek hangt. Hoewel het maar een klein slangetje is is hij nog best sterk. Natuurlijk heb ik net op dit moment geen camera bij me, maar gelukkig zijn er altijd reisgenoten die dat wel hebben...

Eenmaal terug in de bewoonde wereld dumpen we onze spullen in het hostel en gaan als afsluiting van deze 3 dagen een hapje eten bij Monsoons, een bar duidelijk gericht op backpackers... Maar wel wat slechte jaren 90 clips op een groot scherm en wat flauwe spelletjes is het best gezellig.


Tuesday, March 22, 2016

Second breakfast

We worden om half 7 bij de pier verwacht voor een boottocht op de yellow river. Het moment dat we in de boot stappen komt net de zon op over de rivier. We krijgen een uitleg hoe we de zwemvesten aan moeten doen die zelfs door een kleuter die geen woord Engels spreekt te volgen is. Volgen de gids/schipper zijn de vesten geel "because crocs love yellow". En voor het geval de krokodillen je nog niet opgemerkt hebben zit er ook een fluitje aan het vest. De tocht is schitterend; de wetlands zijn bijna helemaal bedekt in waterlelies en in de bomen zitten verschillende vogels zoals de kingfisher, whistling kite en een aantal darters. Bij een grote verzameling waterlelies zien we een jesusbird met 4 kleintjes die met hun grote poten over de leliebladeren lopen. 
Na de boottocht is het tijd voor "second breakfast" en lunchpakketjes smeren om vanmiddag tijdens het lopen naar motorcar falls op te eten.
Het is een wandeling van iets meer dan 3 kilometer, grotendeels in de brandende zon, over een grindpad waardoor je dus constant moet opletten waar je je voeten neerzet. Maar het blijkt de moeite waard te zijn als we eenmaal bij de waterval aangekomen zijn en in het water kunnen springen. Het is echt een enorm toffe ervaring op zo in de middle of nowhere zo'n plek te vinden en hem helemaal voor jezelf te hebben. 
Tijdens de wandeling terug loopt iedereen z'n eigen tempo en raken Kim en Lena achterop. Daniella en ik liepen niet eens zo heel ver voor ze maar toch duurt het erg lang voor ze op de parkeerplaats aankomen. Leigh besluit terug te lopen om ze te gaan zoeken, maar komt later al vloekend terug; hij heeft ze niet gevonden. We rijden met de bus naar een andere parkeerplaats aan het pad en Leigh gaat van daaruit weer het pad volgen om ze te zoeken. Na een minuut of 30 komt hij weer vloekend tevoorschijn.  Het is even onduidelijk of hij ze nou gevonden heeft of niet, maar hij was helemaal naar de parkeerplek gelopen waar we eerst stonden en daar zaten ze te wachten. Dus toen is hij in z'n eentje terug gerend (in 37 graden en luchtvochtigheid van bijna 100%) om ze met de bus daar weer op te halen.
Door deze reddingsactie hebben we iets te veel tijd verloren om nog naar een andere waterval te gaan. Dus na een korte ijsstop gaan we door naar Cooinda waar we op de camping bij en cattle station slapen vannacht. Bij aankomst worden we begroet door vele wallaby's en een paar loslopende koeien. Leigh wijst naar een wit golfplaten gebouw en zegt: "Dit is het kikkerfokprogramma, of, voor jullie, de douches." In de douches ben ik geen kikker tegen gekomen, maar plassen terwijl je aangestaard wordt door een groene kikker van een centimeter of 8 is wel een nieuwe ervaring. 

Monday, March 21, 2016

Fred the freshy

De jetlag is nog niet helemaal voorbij, maar toch mag ik om half 6 opstaan zodat ik op tijd ben voor het vertrek van de tour. Als het busje van wayoutback stopt komen er ineens overal mensen vandaan die ook meegaan. Gids Leigh tetrist al onze tassen in het kleine aanhangwagentje achter de bus. Nadat we nog iemand opgepikt hebben in Palmerston gaan we de Stuart highway op. Aan de andere kant van de weg staat de weg helemaal vast; het is maandagochtend en iedereen is op weg naar 't werk.
Onze eerste stop is bij een bezoekerscentrum met info over de wetlands en tevens een mooi uitzichtpunt. Hierna gaan we verder naar een mix van een wegrestaurant en camping, waar we het verschil leren tussen zoetwater krokodillen en salties. Dat verschil is voornamelijk de grootte: Fred the freshy is duidelijk kleiner dan z'n buurman, salty Brutus. Na deze korte stop rijden we door naar Nourlangie rock, een plek waar veel aboriginal rotstekeningen te zien zijn. Leigh weet er ongelofelijk veel over te vertellen, maar ook hoeveel er nog onbekend is; de tekeningen zijn niet via de traditionele weten te dateren maar alleen op basis van wát er getekend is. Men weet wanneer een bepaalde diersoort is uitgestorven of uit de regio verdwenen, dus weet men dat de tekening van voor die tijd moet zijn.
Na de wandeling door alle rotstekeningen lopen we door naar een uitzichtpunt waar we een mooi overzicht over de vallei hebben. Met de ene uitstekende rots lijkt het wel wat op de lion king.
Helaas is de zonsondergang net achter een wolk dus gaan we op tijd richting de camping. We worden op het hart gedrukt niet zonder zaklamp en niet door de bosjes te lopen omdat we anders op padden, slangen of spinnen gaan staan.

Sunday, March 20, 2016

SNOT

In de ochtend neem ik de bus naar een museum een eindje buiten het centrum van Darwin. De bus kwam duidelijk uit de richting van de haven waar alle cruiseschepen aanmeren want toen ik instapte zat de bus al vol hoedjes en witte sportschoenen. De buschauffeur is zo aardig om alle haltes (om) te roepen, maar door z'n accent en het gekakel in de bus is er weinig van te verstaan. Met behulp van een Australisch stel dat de route al enigszins kende weet ik de goede halte te vinden en neem bij het uitstappen ook nog twee Amerikaanse cruisestellen mee die ook op zoek waren naar het MAGNT. 

Het museum is een bonte verzameling van collecties; Aboriginalkunst, oude boten, fossielen en opgezette lokale fauna, afstudeerwerk van de kunstacademie, een tentoonstelling over een cycloon en een stuk of 10 wolkenkrabbers uitgevoerd in LEGO. Dat laatste was de reden om hier heen te gaan, maar viel stiekem een beetje tegen. De bouwwerken op zich waren erg gaaf gemaakt, maar de setting viel een beetje tegen. Wel heel leuk was het filmpje waarin de certified LEGO-professional het proces van het maken van alle torens uitlegde en welke technieken en LEGO-handigheidjes gebruikt waren. Mijn favoriete techniek was SNOT; Studs Not On Top, oftewel de blokjes op z'n kant zetten in plaats van gewoon stapelen.
Nou weet ik niet of de LEGO-professional van nature zo'n vrolijk type was, of dat het feit dat je de hele dag met LEGO mag spelen voor je werk zorgt voor een kinderlijk enthousiasme.
Ook de verzameling Aboriginalkunst was mooi. Vooral de moderne, abstracte schilderijen die met de oude technieken gemaakt zijn zijn erg gaaf. Ik hoop de komende tijd nog wel het een en ander te leren over de betekenis van de verschillende symbolen en technieken.

Na de veel te koel geaircode expositieruimten is het best aangenaam om weer buiten te komen en op het terras van het museumcafé. Maar na de wandeling terug naar de bushalte, een meter of 700 verderop verlang ik weer terug naar de airco. Want helaas is de verkoelende regenbui zoals die gisteren om een uur of 2 viel uitgebleven. Die bui begint vanavond pas om een uur of 8, dit keer met veel lichtflitsen en donderklappen.